Tot 1996 kende men twee soorten komma's: de grammaticale komma en de pauzekomma. De pauzekomma wordt daar geplaatst waar een natuurlijke pauze in de tekst wordt verondersteld. Dat leidde tot een wirwar van komma's, omdat men eerder te veel dan te weinig komma's plaatste. En iedereen deed het op zijn eigen manier, er waren geen regels die aangaven waar er in de tekst een pauze behoorde te zitten.
In 1996 kwam de Raad voor de Deense taal met
het voorstel de pauzekomma af te schaffen en naast de grammaticale komma
een nieuwe kommasystematiek in te voeren, die kortweg nieuwe komma werd
genoemd. Het liefst had men de grammaticale komma helemaal afgeschaft,
maar uit politieke redenen heeft men dat niet aangedurfd. Men was bang
voor burgerlijke ongehoorzaamheid en zelfs een kabinetscrisis, aldus de
voorzitter van de raad in een interview in het dagblad Politiken in
januari 2001.
Het bestaan van twee komma's naast elkaar bracht echter ook geen duidelijkheid. Leraren op de basisscholen beklaagden zich erover dat ze hun leerlingen twee soorten komma's moesten leren.
De Deense taal maakt uitgebreid gebruik van komma's, meer dan de Nederlandse taal.
Het voorstel van de Raad voor de Deense taal om
te komen tot een nieuwe komma, de zogenaamde nieuwe komma, hield in dat
er minder vaak komma's zouden worden geplaatst. Daarmee hoopte men te
bereiken dat teksten vlotter leesbaar zouden worden, doordat de lezer
minder vaak gestopt werd door een komma. Een komma betekent immers: even
pauze, even stoppen met lezen, nu komt er iets anders.
De Raad vond dat de grammaticale komma de lezer wat erg vaak liet stoppen. Het grote verschil tussen beide kommasystemen is dat de nieuwe komma niet wordt geplaatst voor bijzinnen, een systematiek die in de meeste Westeuropese talen wordt toegepast.
De nieuwe komma is nooit populair geworden. Zo
weigerden de grote dagbladen de nieuwe komma te gebruiken en bleven
doorgaan met de grammaticale komma.
In 2001 laaide de diskussie weer op met het
uitkomen van de Deense schrijfwijzer (Retskrivningsordbogen) van de Raad
voor de Deense taal, waarin beide komma's stonden vermeld en de nieuwe
komma werd aanbevolen.
In mei 2003 begon de politiek zich ermee te
bemoeien. De fractie van de liberale partij stelde vragen aan de
minister van Onderwijs over het gebruik en de toepassing van de nieuwe
komma. Het bleek in de praktijk dat slechts een paar procent van de
Deense bevolking de nieuwe komma toepaste, ondanks de warme
aanbevelingen van de raad die er nog een brochure aan wijdde.
Nu heeft de Raad voor de Deense taal de minister van Cultuur, die politiek verantwoordelijk is voor de Deense taal, geadviseerd beide kommasystemen te vervangen door een nieuw kommasysteem dat werkt volgens de regels van de grammaticale komma, maar met een kleine aanpassing afkomstig van de nieuwe komma: zet geen komma voor bijzinnen. Dit laatste is overigens vrijwillig. Feitelijk komt dit advies erop neer dat de grammaticale komma gehandhaafd blijft en dat je zelf mag kiezen of je een komma wilt zetten voor bijzinnen. De nieuwe komma is met dit advies van het leven beroofd.
1.
Er wordt een komma geplaatst in opsommingen.
Bijvoorbeeld: Hij kocht boter, kaas en eieren.
2.
Er wordt een komma geplaatst tussen zelfstandige
zinsdelen. Bijvoorbeeld: Eindelijk kwamen we aan, vermoeid en blij.
3.
Er wordt een komma geplaatst tussen een hoofdzin en
nevenschikkende bijzin. Bijvoorbeeld: De wind huilde, en de regen
stroomde neer.
4.
Er kan (hier komt de vrijwilligheid) een komma
geplaatst worden voor een bijzin. Bijvoorbeeld: Ik weet dat hij slim is.
Of: Ik weet, dat hij slim is.
(Over deze komma ging dus de zeven jaar durende diskussie).
5.
Er wordt een komma geplaatst na een bijzin.
Bijvoorbeeld: Als je de kamer verlaat na 18.00 uur, moet je het licht
uitdoen.
Voor de Nederlandse
regels kunt u terecht op de website van de vereniging Onze Taal: www.onzetaal.nl