Denemarken op zoek naar een
taalpolitiek
In Denemarken is op het ogenblik een discussie aan de gang over de positie van de Deense taal. De centrale vraag is of er een taalpolitiek moet komen en hoe die eruit moet zien. Onderwerpen daarbij zijn hoe groot de beinvloeding is van de Deense taal door het opnemen van Engelse leenwoorden in een al of niet verdeenste versie. Hoe bedreigend is het dat het Engels wordt gebruikt in plaats van het Deens in wetenschappelijke publicaties van Deense wetenschappers, dat het Engels de voertaal is in Deense vestigingen van internationale bedrijven of Deense bedrijven met internationale vestigingen. Dat universiteiten lessen in het Engels aanbieden om zo buitenlandse studenten aan te trekken, wat nodig is om te kunnen voortbestaan.
De Denen moeten beter worden in Deens
In het rapport doet de
commissie een aantal voorstellen die de positie van het Deens moeten
versterken. De commissie maakt zich niet zo veel zorgen over de
Engelse leenwoorden. Volgens haar is de grootste bedreiging voor het
Deens als een complete, cultuurdragende taal dat op een aantal
gebieden Engels wordt gebruikt in plaats van Deens, zoals hierboven in
de inleiding reeds is aangegeven.
Het
rapport
van de commissie geeft aanleiding tot pittige discussies: niet
iedereen ziet het zo somber in als de commissie het doet voorkomen. Er
is immers altijd al geleend van andere talen en zolang de leenwoorden
keurig en betekenisvol in de taal worden opgenomen, is er niets aan de
hand. En dat het Deens geen eigen woorden heeft op IT-gebied, so what,
het Deens kent ook nauwelijks eigen woorden op het gebied van voeding
en scheepvaart.
De
critici
hebben er niks op tegen om kinderen op school beter te onderwijzen in
het gebruik van de Deense taal, onderwijzers beter op te leiden om
kinderen beter Deens te kunnen leren, want daar is de laatste jaren al
te veel op bezuinigd, zegt men. Maar ze zien niet de bedreiging die
door de taaladviescommissie wordt geschetst en men vraagt zich zelfs
af waarom een taalpolitiek eigenlijk nodig is. De ontwikkeling van de
taal kan niet gestuurd worden, aldus de critici, taal wordt gebruikt
en gemaakt door de gebruikers van de taal, onbestuurbaar voor de
politiek.
Met
die
laatste stelling is de commissie het overigens niet oneens en zegt dat
ze met haar voorstellen de positie van het Deens wil verstevigen, niet
het gebruik van het Engels wil bestrijden. Juist daarom is er meer
aandacht op scholen nodig voor goed onderwijs in het Deens en beter
opgeleide onderwijzers. En is het nodig dat wetenschappers hun werk
behalve in het Engels ook in het Deens publiceren.
Beinvloeding is van alle tijden
Beinvloeding van de Deense taal door andere talen is niet alleen
iets van nu. Deens is in de Middeleeuwen beinvloed door het Nederduits
en na de Reformatie in 1536 door het Hoogduits.
Een
groot
deel van de invloed vanuit Duitsland werd veroorzaakt door de
Noord-Duitse vorstengeslachten die lid waren van de Deense koninklijke
familie, door hoge regeringsfunctionarissen uit Noord-Duitsland en ook
door Noord-Duitse handwerkers.
In
de
16e eeuw sprak de Deense koning Duits en geen woord Deens.
Christian IV (1588-1648) sprak weer Deens. Zijn dochter Leonora
Christina sprak Frans tot haar personeel. De dienstmeisjes spraken
onderling Nederduits en de personeelsleiding sprak Hoogduits, zo
blijkt uit haar boek.
Taalhervorming
Aan het eind van de 19e eeuw worden de Duitse invloeden
aangepakt, zoals het veelvuldige gebruik van Duitse leenwoorden en
wordt het Gotisch schrift, zoals in Duitsland werd gebruikt, vervangen
door de Latijnse letters.
In
1948
worden zelfstandige naamwoorden niet meer met een hoofdletter
geschreven zoals in het Duits en wordt de lettercombinatie 'aa'
vervangen door 'å' of eigenlijk wordt de 'å' heringevoerd,
want deze bestond al omstreeks 1500.
Voor de rest is men in Denemarken niet zo hervormingsgezind wat de
taal betreft, wat mede het grote verschil verklaard tussen de
schrijftaal en de spreektaal.
Taalfamilie
Het Deens is een Indo-Europese taal. Deze taal splitste zich in o.a.
een Slavische tak met Oost-Europese talen, een Romaanse tak waaruit
o.a. het Latijn, Frans en Spaans ontstonden en een Germaanse tak. De
Germaanse tak splitste zich in een Oost-Germaanse, Gotische tak die nu
is uitgestorven, een West-Germaanse met Nederlands, Engels en Duits en
een Noord-Germaanse met Noors, Zweeds, Deens, IJslands en de taal van
de Faeroer.
Jan Baptist, december 2003
Bronnen:
diverse
artikelen in de Deense krant Politiken.
Terug