Koning
Hans in Dithmarschen
Koning Hans zit in zijn slot
een slecht idee komt bij hem op
(refrein) De Deense hoofdmannen hun leven is voorbij
In zijn eigen slot
een slecht idee kwam bij hem op
"We nemen elke tiende man
en rijden naar Dithmarschen, naar ons land.
Elke tiende man
we winnen Dithmarschen voor ons land."
Daarop
zei Kirste, haar jurk was rood:
"Gaat u naar Dithmarschen, dat wordt uw dood."
Haar jurk was rood.
"Gaat u naar Dithmarschen, dat wordt uw dood.
Mijn vader is er gestorven,
Hij ligt
in Dithmarschen voor de wormen.
Is er gestorven
hij ligt in Dithmarschen voor de wormen."
Koning Hans laat geheime brieven schrijven
en zorgt dat ze die in Dithmarschen krijgen
Geheime brieven schrijven
zorgt dat ze die in Dithmarschen krijgen
De mensen lazen ze daar
"Mijn God, hoe zal dat gaan."
De mensen lazen ze daar
"Mijn God, hoe zal dat gaan."
Ze schreven een brief terug
vroegen hem te komen en wel vlug.
Een brief terug
"Vraag hem te komen en graag vlug."
Koning Hans trok Dithmarschen binnen
daar verbleekten zo vele rozenkinnen
Trok Ditmarschen binnen
daar verbleekten zo vele rozenkinnen
daar verbleekten zo vele rozenbloemen
die nooit meer naar Denemarken zullen komen
Zo vele
rozenbloemen
die allen naar Denemarken wilden ontkomen
De Dithmarschers leggen hun musketten aan
de Denen dringen sterk aan
Leggen hun musketten aan
de Denen
dringen sterk aan
Ze schieten in de eerste schare
veel ridders werden verslagen
De eerste schare
veel ridders werden verslagen
ze schieten in de tweede schare
zevenduizend man werden verslagen
De tweede schare
zevenduizend
man werden verslagen
ze schoten in de derde schare
toen was het dat koning Hans' hart brak
De derde schare
en koning Hans' hart brak
toen pakten ze zijn ridderschild
en brachten die naar het Mariabeeld
Zijn ridderschild
brachten die naar het Mariabeeld
"Geloofd zij jonkvrouwe Maria maagd,
koning
Hans heeft niet ons land weggevaagd."
(refrein) De Deense hoofdmannen hun leven is voorbij.
Hans (1455-1513) was van 1482 tot en met 1513 koning van Denemarken en Noorwegen en vanaf 1497 ook van Zweden. Hij was getrouwd met Christine (Kirsten), dochter van hertog Ernst van Saksen.
Zijn jongere broer Frederik was hertog van Sleeswijk en Holstein in
Noord-Duitsland. Frederik wilde in 1500 met zijn leger het
zelfstandige Dithmarschen in het noordwesten van Duitsland
binnenvallen. Koning Hans besloot met zijn huurlingenleger mee te
doen, maar ze leden een catastrofale nederlaag. De Dithmarschers
zetten grote delen van het land onder water. het leger van Koning Hans
en zijn broer kon nauwelijks vooruit komen in de moerassige gebieden
in hun zware, ridderlijke gevechtsuitrusting. Er vielen meer dan 3000
doden aan hun kant, waarbij een groot aantal verdronk.
(vertaling
Jan Baptist, oktober 2022)