De Jellingstenen komen onder dak
De twee beroemde runenstenen in Jelling in
Oost-Jutland komen onder dak. Het weer en nieuwsgierige vingers hebben
de beide stenen de afgelopen 1000 jaar behoorlijk aangetast en de angst
bestaat dat verdere blootstelling aan weer, wind en vingers zal leiden
tot het kapot scheuren en uiteen vallen van de stenen. Ingrijpen werd
als noodzakelijk beschouwd. De stenen zijn samen met de beide
grafheuvels en de Middeleeuwse kerk in 1994 door de Unesco als
cultuurerfgoed aangemerkt.
De stenen blijven op hun plek staan en worden
overdekt op een zodanige manier dat hun zichtbaarheid zowel van dichtbij
als veraf niet wordt aangetast, terwijl ze tegelijkertijd beschermd
worden tegen verder verval.
De
beide stenen staan naast naast de middeleeuwse kerk die aan de noord- en
aan de zijdkant wordt geflankeerd door een grafheuvel uit de 10e
eeuw. Het geheel is een symbool voor de Deense natie en de Deense
identiteit.
De kleine steen is omstreeks 950 geplaatst door
koning Gorm voor zijn vrouw Thyra en bevat de oudste aanduiding van het
woord 'Denemarken'. De hele tekst in runentekens luidt in het
Nederlands: "Gorm koning maakte dit gedenkteken voor Thyra zijn vrouw,
Denemarkens sieraad".
De
grote steen werd geplaatst door koning Harald, de zoon van Gorm en
Thyra, als een gedenkteken voor zijn ouders en om zichzelf te eren.
Harald plaatste zijn steen rond het jaar 965. De tekst luidt in het
Nederlands: "Harald koning liet dit gedenkteken maken voor zijn vader
Gorm en zijn moeder Thyra, de Harald die heel Denemarken en Noorwegen
won en de Denen kerstende".
Volgens deze tekst heerste Harald, ook bekend
onder zijn bijnaam Blauwtand, toen hij de macht van zijn vader overnam
niet over geheel Denemarken, maar wist hij die macht te veroveren.
Daarmee was hij de eerste koning van geheel Denemarken en dat is
inclusief zuid en west Zweden. De vijf ringborgen die in Denemarken zijn
teruggevonden (waarvan een in Zweden) zijn in deze tijd gebouwd en
getuigen van Haralds expansie.
Haralds steen wordt beschouwd als Denemarkens
doopattest, omdat Harald op zijn steen aangeeft Denemarken te hebben
gekerstend, waarmee hij het christendom tot staatsreligie heeft gemaakt.
Waarschijnlijk had Harald politieke redenen om zijn kerstening aan te
geven, namelijk om de druk van zijn zuiderbuur de Duits-Roomse keizer te
weerstaan. Met zijn overgang naar het christendom kon hij een invasie
uit het zuiden verhinderen.
De wijze waarop tekst en beeld op de steen is
weergegeven is geheel nieuw voor die tijd. De steen heeft drie zijden.
Op de ene zijde staat de bovengenoemde tekst horizontaal vermeld,
terwijl verticaal normaal was. De tweede zijde heeft de afbeelding van
een groot dier in gevecht met een slang. Op de derde zijde staat
Christus afgebeeld met wijd open ogen, stralenkrans om zijn hoofd en
uitgestrekte armen.
In de winter van 958 op 959 werd Gorm begraven
in de noordelijke grafheuvel. De grafheuvel heeft een diameter van bijna
62 meter en een hoogte van 8 meter. De grafheuvel vormt het centrum van
een steenzetting in de vorm van een schip met een lengte van 355 meter
en een breedte van 70 meter. Om de steenzetting heen heeft een houten
palisade gestaan.
Tegelijk met het plaatsen van de grote
runensteen zes jaar later wordt de heidense steenzetting gesloopt en
wordt de zuidelijke grafheuvel opgeworpen op het zuidelijke gedeelte van
de steenzetting. Deze grafheuvel was klaar onstreeks het jaar 970. Ook
de palisade werd gesloopt tegen het eind van de 10e eeuw.
De grote runensteen staan vandaag de dag op
precies dezelfde plaats als
toen hij werd geplaatst, op de middellijn tussen de twee grafheuvels,
dezlefde middellijn als van de steenzetting.
Tijdens de regeringsperiode werd de eerste kerk
in Jelling gebouwd op de plaats van de huidige. Deze kerk was de eerste
van drie houten kerken die alle drie door brand zijn verwoest. Op
dezelfde plek staat nu een stenen kerk.
De eerste kerk had een grafkamer onder de vloer,
waarin een persoon is bijgezet, misschien Gorm. Uit onderzoek van de
grafkamer is namelijk gebleken dat de persoon is verplaatst vanuit een
andere plek meteen na de bouw van de kerk.
Harald Blauwtand overleed omstreeks 985. Hij had
het zwaartepunt van zijn rijk verplaatst naar Roskilde, in het midden
van het toenmalige koninkrijk Denemarken. Zijn zoon Svend Vorkbaard
(koning van 986 tot 1014) veroverde Engeland in 1013 en Haralds
kleinkind Knud de Grote was koning van een Noordzee-imperium met
Denemarken, grote delen van het huidige Zweden, met Noorwegen en heel
Engeland in de periode 1019 tot 1035.
De huidige koningin van Denemarken, Margrethe de
2e, is - hoewel niet in rechte lijn - een nakomeling van Gorm
en Thyra.
Meer informatie is te vinden op:
- de site van de Deense Kulturarv
- het museum in Jelling